Arnoldus Franciscus Diepen werd geboren in Den Bosch (1860) en volgde het kleinseminarie Beekvliet te
St. Michielsgestel. Vervolgens studeerde hij van 1878 tot 1884 filosofie en theologie aan het grootseminarie te Haaren (Noord-Brabant). Na zijn priesterwijding werd hij leraar op Beekvliet en stichtte hij een kweekschool voor de opleiding van katholieke onderwijzers. In 1895 werd hij rector van de school. Twintig jaar later werd Diepen hulpbisschop en in 1919 bisschop van
’'s-Hertogenbosch. Deze functie bekleedde hij tot zijn overlijden in 1943. Hij werd bijgezet in de crypte van de kapel op de begraafplaats in Orthen.
De emancipatie van de Brabantse katholieken kreeg onder leiding van Diepen haar gezicht. Hij was een actieve man. Het Rijke Roomse Leven kwam in zijn ambtsperiode geheel tot bloei. In zijn bisschoppelijke periode wijdde hij meer dan 150 kerken en kapellen en ook vele scholen en kloosters! Hij wijdde zelf meer dan 1450 jonge mannen tot priester. Het katholicisme bloeide in zijn tijd als nooit tevoren. De bloei ging dan ook gepaard met een sterke ontwikkeling van het (katholieke) onderwijs en organisatieleven. Gedurende zijn ambtsperiode werd de Anthonius van Paduakerk (Muntel), Sacramentskerk (Vliert), en de hulpkerk (behorende bij de parochie van de Sint-Pieter) in de Orthenpoort ingewijd. In de naastliggende Graafsewijk waren dit de Anthonius en Barbara kerk (Bartjeskerk) en de Heilig Hart kerk. Inmiddels zijn alle genoemde kerken gesloopt behoudens de Heilig Hart kerk. Dit kerkgebouw werd “gered” en gelukkig omgebouwd tot een appartementencomplex.
Arnoldus Franciscus Diepen stond bekend als een fervente bestrijder van de onzedelijkheid, in het bijzonder de onzedelijke kleding. Hij was vanaf 1914 dan ook bestuurslid van de zedelijkheidsvereniging Voor Eer en Deugd. In 1917 telde de vereniging al 55 plaatselijke afdelingen met in totaal meer dan 10.000 leden. In herderlijke brieven van 1920 en 1926 gaf Diepen zijn geestelijken opdracht, onzedelijk geklede vrouwen en meisjes altijd de communie te weigeren en uit de kerk te sturen. In 1938 volgden ook strenge regels voor de sportkleding van vrouwen en meisjes. Zijn brieven moesten jaarlijks in alle kerken van het bisdom worden voorgelezen op de eerste zondag van de vastentijd, wat tot zijn overlijden ook gebeurde. Op basis van zijn initialen kreeg hij niets voor niets de bijnaam Alles Flink Dicht.
Op 26-07-1940 besloot de gemeenteraad de straat tussen het westelijk en oostelijk deel van de wijk de Vliert de „Mgr. Diepenstraat" te noemen. Men besloot dit niet in verband met het zilveren jubileum van de Bisschop, maar ter honorering van zijn ereburgerschap der stad.
Frank