Sinds de financiële gelijkstelling van het Openbaar en Bijzonder onderwijs in 1917, was de stichting van bijzondere scholen eenvoudiger geworden. De gemeentelijke overheid gaf nu ook steun bij de oprichting van bijzondere scholen in de nieuwe delen van de stad. In tegenstelling tot het Openbaar en Protestants-Christelijk onderwijs werden bij het Rooms-Katholieke bijzonder onderwijs aparte scholen opgericht voor jongens en meisjes. Op 1 september 1921 opent de Sint-Jansstichting in de Nieuwstraat, in het gebouw van de oude openbare school, een bijzondere Rooms-Katholieke school, bestemd voor jongens van de ‘nieuw op te richten parochie op de Muntel. De stichting vroeg aan enkele architecten een ontwerp te maken voor het nieuw te bouwen schoolgebouw in de Muntel, waaronder de bureaus van H.W. Valk en W. van Aalst. Het bestuur koos uiteindelijk voor de ervaren architect W. Th van Aalst *1). Op 10 oktober 1924 won A. van Geffen uit Boxtel en A. de Wit uit Schijndel de opdracht voor bouw van de 7-klassige school. Deze school was de eerste bijzondere school van de stad waar alleen lekenpersoneel werkten. Op 24 juni 1925 komt het nieuwe schoolgebouw gereed aan de Gelderse Dam. De jongensschool was tijdig gereed voor het leerjaar 1925/1926!
Voor het geven van Rooms-Katholiek bijzonder onderwijs aan meisjes lukte was er op dat moment nog niets geregeld. Pastoor de Beer, van de nieuw opgerichte St. Anthonius-parochie van de Muntel, lukte het om de Overste van de Congregatie van de Zusters van Liefde uit Schijndel over te halen om deze taak op zich te nemen. De zusters van Schijndel stonden daar welwillend tegenover, maar wilde tegelijkertijd ook een nieuw klooster en een pensionaat stichten. De door de gemeente bedachte hoeveelheid m2 grond aan de Geert van Woustraat was te weinig voor een klooster, pensionaat en een meisjesschool. De zusters wilden daarom een aantal vrije kavels aan het Nemiusplein, Geldersedam en Jan Schöfferlaan kopen. De zusters bedongen dat de jongensschool aan hen verkocht zou worden en een meisjesschool zou worden. De zuster van Schijndel verkregen daardoor een aaneengesloten terrein. Door deze aankoop verdween de geplande Hester van Grinsvenstraat die het Nemiusplein met de Jan Schöfferstraat zou verbinden. Nadat de grond was aangekocht wordt er in 1927 een ontwerp voor het klooster gemaakt door de Bossche architect H.W. Valk. Op 24 januari 1928 wordt aangevangen met de bouw van het klooster en kleuterscholen van de Zusters aan de Nemiusstraat door aannemer A. van de Steen uit Hintham.
Toen in juni 1929, een nieuwe jongensschool (Petrus Canisiusschool), opgeleverd werd aan de Graafseweg, konden de jongens en het hoofd van de school van St. Antoniusparochie naar dit nieuwe gebouw verhuizen. De school was bestemd als parochieschool voor de nieuw gestichte parochie van Heilige Antonius en Barbara, (b eter bekend als de Bartjeskerk).
De zusters arriveren begin augustus 1929 met de bus in Den Bosch en zouden totdat het klooster opgeleverd zou worden, in de pastorie logeren. Dit bleek geen groot succes want al snel besloten de nonnen de lerarenkamer om te bouwen tot tijdelijk slaapverblijf. Het schoolgebouw werd met ingang van het nieuwe schooljaar (maandag 2 september 1929) bestemd als meisjesschool en krijgt dan de naam “Zoete Lieve Vrouweschool”. De school wordt geleid door de Zusters van Schijndel, maar ook leken geven les. De school telt bij de start 221 leerlingen.
Aan het begin van het nieuwe jaar, op 7 januari 1930, starten de zusters ook met het geven van Montessori- en Fröbelonderwijs aan kleuters. Dit schoolgebouw werd gelijk met het klooster gebouwd en opgeleverd. (Dit gebouw is in de jaren zeventig weer gesloopt).
De bestaande lagere school bleekt snel te klein en in 1930 wordt de naastliggende grond bijgekocht en start men met de uitbreiding van het schoolgebouw. Architect H.W. Valk (*2) krijgt de opdracht voor de uitbreiding. Dit deel van het gebouw wordt in de jaren 60 nog verhoogd en krijgt daardoor een tweede verdieping met enkele klaslokalen erbij. In 2005 volgt er een aanwijzing van de gemeente en wordt het nieuwe gedeelte, gebouwd door H. W. Valk, aangewezen als gemeentelijkmonument. Blijft bijzonder dat een 1/2 gebouwd gemeentelijkmonument is.
In 1965 worden de scholen op de Vliert ‘gemengde’ scholen met jongens en meisjes. Nadat de Zusters in 1968 zich terugtrekken uit het onderwijs aan de Zoete Lieve Vrouweschool, wordt ook deze school ‘gemengd’. Na diverse fusies wordt de school een van de locaties van basisschool de Kameleon. Na vertrek van de schoolgemeenschap naar de nieuwbouw aan de Antoon der Kinderenlaan besluit de gemeente het schoolgebouw te verkopen middels een biedingsprocedure.
De initiatiefgroep van Kilimanjaro Wonen kwam als beste uit de bus voor de herontwikkeling van de meisjesschool. Het schoolgebouw werd omgebouwd tot tien prachtige appartementen. De oude gangstructuur werd zoveel mogelijk gerespecteerd, als gang of als onderdeel van de woningen. De sfeer van de klaslokalen blijft voelbaar, hoe verschillend de woningen ook zijn. Het oude schoolplein werd aangepast en zodanig ingedeeld dat naast parkeergelegenheid ook een grote gemeenschappelijke tuin mogelijk werd.
Frank
(*1) Wilhelmus Theodorus van Aalst (Geertruidenberg, 5 februari 1856 – 's-Hertogenbosch, 11 november 1927) Na wat rondzwervingen vestigt hij zich in 1887 in 's-Hertogenbosch. Hier ontmoet hij de elf jaar jongere Louisa van Grinsven waar hij mee trouwt. Het gezin krijgt vijf kinderen. Tijdens zijn productieve jaren bouwt hij veel kerken, pastorieën, scholen en woningen. Bekende gebouwen in de stad van hem zijn bijvoorbeeld de Aloysiusschool in de St. Josephstraat en de kloosterkapel van de zusters van de Choorstraat (Dochters van Maria en Joseph).
(*2) Hendrik Willem Valk is op 18 november 1886 te Elst geboren als zoon van Theodorus M.H.Valk (gemeentesecretaris) en Christine M. Erdkamp. Hij trouwde in 1921 met Josephina F.M.M.P. Teelen en vestigt zich in den Bosch. Van de vijf kinderen waren de zonen G.H.F. en H.W.J. Valk eveneens als architect werkzaam. Hendrik Valk is overleden te 's-Hertogenbosch op 29 juli 1973. De eerste jaren als architect bouwde hij veel woonhuizen, daarna scholen en veel kerken. Bekende gebouwen van hem zijn atelier en woonhuis Sint-Anthonie aan de Vughterweg, de st-Jan de Doperkerk in Waalwijk en het gemeentehuis van Vught, villa Leeuwenstein. Zijn eerste Bossche opdracht ontving hij van de stichting Gezinswoning voor de bouw van 19 woningen beter bekend als het Citadelhofje aan de Citadellaan.