Frederik Hendrik werd in 1584 geboren als zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny. Een paar maanden na zijn geboorte werd zijn vader Willem in Delft vermoord. Frederik Hendrik bleef samen met zijn moeder en stiefzussen achter. Omdat de financiën slecht waren zocht zijn moeder eerst hulp bij zijn oom Jan van Nassau en later bij haar eigen familie in Frankrijk.
Hoewel Louise haar zoon in Frankrijk wilde grootbrengen, werd hij op zijn vijftiende door zijn zeventien jaar oudere halfbroer Maurits naar Den Haag gehaald. Door hem werd hij opgeleid in de militaire krijgskunst. Zowel Maurits als Frederik Hendrik waren behoorlijke rokkenjagers en wilden niet trouwen. Toen Maurits ongehuwd op sterven lag, drong hij bij Frederik Hendrik aan toch te trouwen, omdat er anders geen nageslacht was voor de Oranjes. Als Frederik Hendrik niet zou beloven te trouwen wilde Maurits met zijn maîtresse Margaretha van Mechelen alsnog trouwen en werden zijn drie zoons de erfgenamen van Oranje. Hierop trouwde Frederik Hendrik op veertigjarige leeftijd uiteindelijk met de 23-jarige Amalia van Solms. Zij kregen vijf kinderen, vier meisjes en een jongen, de latere stadhouder Willem II.
Frederik Hendrik probeerde verschillende steden in het zuiden te veroveren, om daarmee een buffer te creëren tussen Holland en de Spanjaarden. Toen Piet Hein de zilvervloot veroverde was er ineens genoeg geld voor een grote aanval. Er lagen drie keuzen op tafel: ’s-Hertogenbosch, Wesel (Duitsland) of Linge (Duitsland). De keus die hij maakte was bepalend voor het Nederland. Zijn grootste militaire succes was het innemen van 's-Hertogenbosch.
Met maar liefst 38.000 man (28.000 soldaten en 10.000 boeren) trok hij naar de stad. In de stad waren circa 3500 soldaten en een derde van de burgers (4000 man) had wapens. Na vijf maanden belegering capituleerde de stad en moesten alle katholieke geestelijken de stad uit. Het katholieke geloof werd verboden. Alleen de begijnen mochten blijven mits zij geen nieuwe leden zouden aannemen. Door de verovering van de stad werd Brabant in tweeën gesneden. Het veroverde Noordelijk deel van Brabant werd als buffer gebruikt en kreeg geen beslissingsrecht in de Staten-Generaal. Dit duurde totdat Napoleon Nederland veroverde in 1794. Toen kreeg Brabant pas haar (godsdienst)vrijheid en stemrecht terug.
Frederik Hendrik werd een vermogend man. Buiten de vergaarde oorlogsbuit kreeg hij maar liefst tien procent van de opbrengst van de zilvervloot die Piet Hein in 1628 had veroverd. Dat geld gebruikt hij ook om samen met zijn vrouw Amalia van Solms diverse paleizen te verfraaien (paleis Noordeinde en het latere Huis ten Bosch).
Frederik Hendrik en zijn vrouw hadden een bijna koninklijke allure. Dit kwam mede door Amalia van Solms. Amalia was van verarmde adel en was hofdame aan het hof van Bohemen (Tsjechië). De koning van Bohemen moest vluchten na een verloren oorlog en kwam met zijn gevolg berooid aan in Den Haag. Zij waren feitelijk asielzoekers. Frederik Hendrik liet een oogje vallen op hofdame Amalia en trouwde met haar.
Amalia zorgde ervoor dat al haar kinderen goede partners trouwden, zodat de familie nog meer aanzien kreeg. Zo trouwde zoon Willem al op 14-jarige leeftijd met de negenjarige Maria Stuart. Alleen dochter Albertine Agnes liet zich niet dwingen en trouwde tegen de zin van haar moeder met de twintig jaar oudere Willem Frederik van Nassau, een kleinzoon van Jan de Oude, de broer van Willem van Oranje. Uit deze lijn komt de huidige koninklijke familie.
De invloed van Amalia van Solms was groot. Toen Frederik Hendrik in de laatste jaren van zijn leven geestelijk aftakelde, zorgde zij ervoor dat hij akkoord ging met vrede met Spanje. Frederik Hendrik overleed in 1647 op het moment dat nog volop werd gebouwd aan Huis ten Bosch. De huidige Oranjezaal werd gebouwd als mausoleum voor Frederik Hendrik.
Frank