In het Prins Hendrik park staat een gebouwtje met een geheel eigen adres namelijk: Prins Hendrikpark 1.
Wie was Prins Hendrik?
Dit park is vernoemd naar Prins Hendrik (hertog van Meckelenburg-Schwerin 1876-1934) echtgenoot van koningin Wilhelmina, overgrootvader van koning Willem-Alexander.
Hendrik en Wilhelmina waren familie van elkaar. Hendriks betovergrootouders tsaar Paul I en diens vrouw Maria Fjodorovna waren tevens de overgrootouders van Wilhelmina. Het paar verloofde zich op 16 oktober 1900 en trouwde 7 februari 1901. Hendrik ontving op zijn trouwdag de titel Prins der Nederlanden met het predicaat Koninklijke Hoogheid, maar niet de titel prins van Oranje. Zijn voornaam en roepnaam Heinrich werd op zijn huwelijksdag officieel vernederlandst naar Hendrik.
Het paviljoen nu: een Engels theehuisje
Het paviljoentje is sinds 2016 in gebruik als een Engels theehuisje. Op mooie dagen kun je er heerlijk in het gras in een strandstoel zitten of op een leeg kratje met kussen en genieten van een kopje koffie of thee met heerlijke “homemade” koeken en scones.
Wanneer en waarom is dit huisje gebouwd?
In de Provinciale Noord-Brabantsche courant “Het huisgezin” lezen we op 23-10-1953:
"Geheel verscholen achter dennenbosjes en ander struikgewas in het prins Hendrikpark, wordt de bejaardensociëteit "Dennenhof" van vereniging “E.D.O” op 24 oktober 1953 officieel geopend door burgemeester Loeff. Het paviljoen werd gebouwd door de Gemeentelijke Sociale Werkvoorziening. Dit rustieke gebouwtje is ingericht voor recreatie voor de ouden van dagen van de E.D.O. (Eert de ouderdom) een vereniging van oud KAB’ers (Katholieke Arbeiders Beweging), NVV’ers (Nationale Verbond van Vakverenigingen en NCV’ers (Nederlands Christelijk Vakverbond).
Verenigingen van werkers van het eerste uur, de pioniers, die gezwoegd hebben voor de verbetering van de sociale toestanden zoals die in de goede oude tijd heersten. Niet alleen verenigingen van mannen maar ook van vrouwen. Want zij hebben altijd de contributiedubbeltjes en kwartjes moeten missen van hun huishoudgeld, die contributiecenten die in crisisjaren van voor de oorlog goud waard waren. Voor deze mannen en vrouwen is nu midden in een heerlijk natuurschoon dit recreatiecentrum gebouwd. Daar kunnen zij een kaartje leggen en eens fijn uitrusten van een mooie wandeling onder het genot van een geurig kopje koffie. Want „Dennenhof” mag er zijn.
De werklozen, die het gebouwd hebben, kunnen er met trots naar opzien: het is een prachtig paviljoen, modern en smaakvol ingericht, helder en fris, van alle gemakken voorzien. En dan te weten, dat het grootste gedeelte vervaardigd is van oud materiaal.
Er is een alleraardigst keukentje in gebouwd, met ruime aanrecht, provisiekast enz. Op het gascomfoor staan twee grote koperen ketels om koffie en thee te zetten. Rechts zijn twee propere toiletten met fonteintjes. Links een hal, die als garderobe dienstdoet en een portiekje, waar vijf en 20 klapstoeltjes wachten op mooi zomerweer. Het eerste, want het ligt in de bedoeling dat er nog drie huisjes bij komen. Het is onze wens, dat al die oude werkers, die geholpen hebben om dit tot stand te brengen, in hun „Dennenhof” nog menig pijpje kunnen smoren, genietend van een schone levensavond."
Drie paviljoens
Uiteindelijk zijn er drie paviljoens door EDO gebouwd. Eén in het park één in het poortgebouw van de zusters van Orthen en één nabij de hertenkamp op zuid. Het huisje in het Prins Hendrikpark is later gebruikt als opslagruimte en door jeugdverenigingen. Het is een verrijking voor de buurt en park dat het paviljoen weer gebruik is als koffie en theehuis. Het is een ontmoetingsplek geworden voor jong en oud.
Frank