In 1919 kochten de ‘Fraters van Tilburg’ aan de Papenhulst een terrein voor Fl. 42.000,- om er een klooster te bouwen. De bewoners zouden er moeten verdwijnen. Zo werd boer Ackermans voor vijfduizend gulden uitgekocht. Omdat het in 1919 woningnood was mochten de bestaande huizen slechts gesloopt worden van de gemeente als er vijf middenstandswoningen voor in de plaats gebouwd zouden worden.
De frater-overste Balduïnis liet de vijf woningen aan de Moliusstraat bouwen. Het werden dubbelwoningen, zodat er twee gezinnen in konden. Maar dát vond de gemeente niet goed: er mocht slechts één gezin per woning in komen wonen. Nu vonden de bewoners van de Papenhulst het weer te duur worden, Zij zijn zelfs nog bij de Bossche bisschop Mgr. Diepen op audiëntie geweest om voor hun zaak te pleiten. Het betreft hier de huizen 23 t/m 31.
De huizen 8 t/m 12 waren gebouwd door de gebroeders Mosmans. Dat het een eenheid vormt is nog te zien aan de dwarsbalk tegen de voorgevel van de drie huizen. Het waren drie vrijgezellenbroers, die in de volksmond ‘de dames Mosmans’ genoemd werden omdat de heertjes als een Jantje Precies door de straten liepen. Het waren Jan (de schrijver), Alphons (organist en componist) en Albert (dirigent en componist).
Bron: Hoofdstuk 5 Boekje Moliusstraat.