In de 1e eeuw maakte Plinius de Oudere melding van het Germaanse volk Texuandri, dat "achter de Schelde" woonde. De naam zou bestaan uit de Germaanse woorden tehswa en andra en zo "op de rechteroever" betekenen. Anderzijds kon dit volk zijn naam ontlenen aan de taxus en verwijzen naar de vroegere Eburonen wier naam naar dezelfde struik verwees.
De naam Texuandri is in elk geval Germaans en de betekenis lijkt erop te duiden dat zij nog niet lang tussen de Rijn/ Maas en de Schelde woonden. Het gebied behoorde oorspronkelijk toe aan de Eburones (waarschijnlijk een Keltisch volk).
De Eburones onder leiding van hun koning Ambiorix kwamen in opstand tegen het Romeinen doordat Julius Caesar een zeer zware belasting oplegde. De Eburones vielen twee legerplaatsen aan waarbij alle Romeinse soldaten om het leven kwamen. Julius Caesar wraak was afschuwelijk, hij liet het gehele volk vermoorden.
Vervolgens trokken Germaanse stammen het gebied in. Voor 358 vielen Salische Franken het gebied apud Toxandriam locum gewapenderhand binnen, en keizer Julianus maakte hen tot foederati van Rome. De Germaanse stammen verenigden zich met de Franken en richtten een gouw op, die in 710 Texandrie genoemd werd.
Tegen 1100 waren in het gebied het markgraafschap Antwerpen en de meierij van 's-Hertogenbosch ontstaan, al gauw onderdelen van het hertogdom Brabant. Rond 1100 vond ook de vorming van het aartsdiakonaat Texandria plaats binnen het bisdom Luik. Rond 1400 verandert de naam van dit diakonaat in Campinia (Aartsdiakonaat Kempenland) en de naam Taxandria verdwijnt.
De straatnamencommissie oordeelde in 1921 dat het grootste plein in de Muntel, het beoogde oefen- en sportterrein, vernoemd moest worden naar Brabants oudst bekende naam Taxandria.
Frank