Locatie: dierenpark Prins Hendrik. Nick Adriaans is een van de vrijwilligers die er elk één dag in de week voor de dieren zorgen. Ik mag met hem mee om te zien hoe dat gaat.
Het geeft wel een apart gevoel: een speciale gast te zijn. Het overkomt mij als Nick voor mij de poort openmaakt. Er staat meteen al een rij van geiten en schapen klaar om me welkom te heten. “Ze weten dat het voer eraan komt,” zegt Nick nuchter. Op gepaste afstand klapt de pauw zijn prachtige kleurenwaaier open.
We lopen naar het dierenverblijf. Nick doet het hek voor het dierenverblijf achter ons dicht en legt uit waarom hij dit doet. “Kijk,” zegt hij, "de geiten zijn altijd het eerst binnen. Als zij bij de bakken hier zijn dan doe ik het voer voor de schapen daar. Je zult het straks zien.”
In het dierenverblijf zie ik links de leghokken van de kippen. “De eieren raap ik straks,” zegt Nick en nu snap ik waarom hij een eierdoosje bij zich heeft. Verse eieren! Nick kijkt mij aan: “Houd jij van eieren?” Ik hoef niets te zeggen, hij weet het al als hij mijn gezicht ziet.
In een kleine ruimte achter het dierenverblijf staat het voer voor de dieren. Er ligt ook een schrift waarin de vrijwilligers opmerkingen kunnen plaatsen “Geen bijzonderheden,” leest Nick hardop de geschreven tekst van de vorige dag, “Maar hier, zondag: lammetje geboren. Ik dacht het al te zien toen ik aan kwam lopen.” Terwijl hij het voer in een zwarte emmer schept, vertelt hij: “Dit jaar werpen de schapen lammetjes, volgend jaar zijn het de geiten die gedekt worden. Het gaat om en om.” Dus nu geen driftig springende jonge bokjes, maar aandoenlijk mekkerende lammetjes.
Buiten vult Nick de voerbak voor de geiten, opent het hek en jawel: geen geit heeft nog oog voor mij, alleen de voerbak telt. Daarna volgen de schapen en buiten het hek voert Nick de damherten. Verderop aan de rand van de vijver trekt een optocht van schildpadden voorbij. Die zijn geheel zelfverzorgend.
Nick vult het water bij in de grote zwarte waterton en laadt een kruiwagen vol met hooivoer, waarmee we de grote ruif bijvullen. Nick veegt de vloer rond de ruif aan en ik schep met een riek het bijeengeharkte hooi de lege kruiwagen weer vol. Zo kan ik ook nog wat doen. “Het hooi dat uit de ruif op de grond valt, laten ze liggen. Dat raken ze niet meer aan en gaat op de mesthoop,” zegt Nick als ik verbaasd kijk dat zoveel hooi weggereden wordt, “het is niet anders.”
Als Nick de kruiwagen heeft leeggegooid en de voerbakken weer omgekeerd, laat hij me door de poort uit. Ik stamp mijn schoenen schoon en Nick gaat op zijn laarzen nog een rondje maken om te kijken of er geen plastic over het hek is gegooid of andere dingen die slecht zijn voor de dieren. De oproep op de hekken: “Niet voeren” geldt kennelijk nog niet voor iedereen. Hij is er al bij al een klein uurtje mee bezig.
Ik loop naar huis en ineens schiet het door mijn hoofd: de eieren! Ai, ik zal aan ze denken als ik weer bij het dierenparkje kom.
Tekst en foto's: Toon van Rijnsoever
Ps: Nick belt mij op om te vertellen dat ik de eieren vergeten ben en dat hij ze nog langs komt brengen. Top!