Piet Hellemons
Een van de eerste fysiotherapeuten die zich in de Muntel vestigden was Piet Hellemons. Vanaf de jaren 50 tot 90 dreef deze markante man hier zijn praktijk. Daarnaast was hij fysiotherapeut van voetbalvereniging BVV én van het Nederlands Elftal dat in de jaren 50 ook in De Vliert trainde.
Op het Wijkkrantkatern met verhalen van oude wijkbewoners reageerde Piet enthousiast: “Zeer grote bewondering bij Uw Muntelverhalen. Complimenten voor ieders inbreng en medewerking. Ook voor ons meer dan nostalgische herinneringen. Voorheen fysiotherapie van Noremborgstraat 110.” Helaas hebben wij Piet niet meer kunnen spreken over zijn herinneringen, hij overleed december j.l. op 87 jarige leeftijd.
Sinds Piet Hellemons zich in de wijk vestigde is er heel wat veranderd binnen de fysiotherapie.
Jules van Roessel (praktijk Beenhakkers, Antoon der Kinderenlaan) en Wilfried van Grinsven (praktijk Deman & van Grinsven, Ophoviuslaan) kunnen daarover meepraten.
Jules begon in 1982 zijn loopbaan in de praktijk van Piet Hellemons, werkte 25 jaar op Coudewater en kwam eind jaren 90 bij Pierre Beenhakkers, die de praktijk van Piet had overgenomen. Wilfried kwam in 1982 in dienst bij Ot Deman, die eind 70er jaren zijn praktijk aan huis begon, en is daar altijd gebleven. Sinds 2010 is hij partner in dit bedrijf.
Fysiotherapie sinds de jaren 50
“Vroeger was fysiotherapie een passieve vorm van therapie. Mensen hadden klachten en de fysiotherapeut loste het op,” aldus Jules. “Massages, ultrageluid en elektrotherapie speelden een grote rol in de behandeling. Indertijd bestond een groot deel van mijn opleiding nog uit het leren omgaan met apparaten.”
Wilfried: “In de praktijk waar ik indertijd stage liep hadden patiënten geen vaste behandelaar. Het maakte ook niet uit door wie je onder een apparaat werd gelegd. Veel privacy voor de patiënt was er niet. Behandelhokjes waren klein, met gordijnen ertussen. En over de gordijnen heen stonden de collega’s met elkaar te ouwehoeren. Niet echt professioneel.”
Omslag in de jaren 80
In de jaren 80 kwam er een omslag. Jules: “We ontdekten dat passieve behandelvormen niet altijd het gewenste resultaat hadden, zeker niet als een klacht al wat langer duurt. De fysiotherapie moest zich meer gaan baseren op wetenschappelijke kennis over wat wel werkt, ze moest meer ‘evidence based’ worden. De wetenschap ontwikkelde nieuwe inzichten, het vakgebied bewegingsleer ontstond. De fysiotherapieopleiding veranderde en de praktijk ook.”
Wilfried: “We gingen inzien dat niet teveel, maar juist te weinig bewegen de oorzaak van veel klachten is. Was vroeger het advies om je bij klachten niet teveel in te spannen, nu weten we dat je juist last van iets krijgt omdat je het niet gebruikt. Ook bij pijn is tegenwoordig het advies: zoveel mogelijk bewegen!”
Dit inzicht veranderde ook de relatie tussen fysiotherapeut en patiënt. Jules: “De fysiotherapeut is niet meer degene die de klacht oplost. De patiënt is eigenaar van de klacht en als fysiotherapeut ben je meer de coach en begeleider. Masseren gebeurt nog wel, maar in veel mindere mate. Je instrueert nu meer hoe mensen kunnen oefenen en/of trainen.”
“In de loop der jaren is onze praktijk uitgebouwd en aangepast aan moderne richtlijnen. We hebben nu een fitnesruimte van 90 vierkante meter, daar hebben we veel plezier van,” aldus Wilfried.
De behandelingen werden doelgerichter. Wilfried: “Vroeger schreven we alleen behandeldata van patiënten op, klachten en vorderingen werden niet bijgehouden. Als je een patiënt van iemand anders kreeg moest hij je zelf maar vertellen wat ie mankeerde. Nu maak je per patiënt een prognose en je houdt de vorderingen bij. Dat ligt vast in een digitaal dossier.”
Fysiotherapie anno nu
Binnen de fysiotherapie zijn meer specialismen ontstaan, gericht op specifieke aandoeningen.
Jules: “Fysiotherapeuten worden nu bij veel meer klachten ingeschakeld. Ook chronisch zieken krijgen het advies om, binnen hun mogelijkheden, te gaan bewegen. De therapie is veel actiever.” Jules is gespecialiseerd in neurologische aandoeningen en werkt ook met longpatiënten. Wilfried is manueel therapeut en ondersteunt mensen bij het makkelijker en prettiger uitvoeren van hun dagelijkse bezigheden. Wilfried: “We hebben veel moeten bijleren. Niet alleen als fysiotherapeuten, maar ook als ondernemers. Als praktijk hebben we administratieve verplichtingen, kwaliteitsnormen, functioneringsgesprekken, dat was er vroeger allemaal niet bij .”
De fysiotherapeut uit de jaren 50 voerde nauwelijks overleg met collega’s, huisartsen of specialisten. Dat is nu wel anders. Wilfried: “Om geregistreerd te blijven als fysiotherapeut moet je zorgen dat je kennis en vaardigheden op peil blijven. Dat gebeurt in intercollegiaal verband, gestimuleerd door de KNGF, onze beroepsverenging.”
Jules: “Verwijzers en fysiotherapeuten werken veel meer samen in specialistische netwerken voor ketenzorg. In het Parkinsonnetwerk zit ik samen met neurologen, logopedisten en ergotherapeuten. We verwijzen patiënten gericht naar elkaar door.”
Preventie
Hoewel veel ten goede is veranderd, is er nog wel iets te wensen. Wilfried: “Mensen komen pas bij ons als ze klachten hebben. Dan wordt de behandeling door de zorgverzekeraars betaald. Maar er zou veel meer aan preventie gedaan moeten worden. Als fysiotherapeuten hebben wij daar echt iets in te bieden.” Jules: “Het probleem is dat preventieve activiteiten door de fysiotherapeut niet vergoed worden en dat voor veel mensen de kosten een drempel zijn.”
Omdat ze de noodzaak zagen hebben zowel Wilfried als Jules op vrijwillige basis preventieve activiteiten uitgevoerd. Maar naast een drukke baan bleek dat helaas niet vol te houden.
Ineke Sagasser