Regelmatig staat er een wagen van de brandweer in het Prins Hendrikpark aan de kant van de Monseigneur Diepenstraat, pal aan het water van de IJzeren Vrouw. Soms staan er meerdere wagens. Op woensdag 26 mei mocht ik samen met fotograaf Olaf Smit een uur lang meekijken naar de geplande duikoefening.
Terwijl de twee duikers van vanmorgen (Pieter Backx en Marijn Ekels) hun duikpak aantrekken, vertelt instructeur Stefan Rovers dat het brandweercorps in Den Bosch vier ploegen van elf personen heeft, waarvan er in elke ploeg minimaal vijf duiker zijn. In het corps zitten ook twee vrouwen. De duikers moeten allemaal voldoen aan de eisen die genoemd worden in het “Kwalificatiedossier brandweerduiker”. Rovers noemt een hele trits kwalificaties op, waarvan ik alleen onthoud dat het er veel zijn. Eén ervan is de vaardigheid waarop vanmorgen geoefend wordt: je vrij voelen onder water om een werkopdracht uit te voeren.
“We oefenen op een aantal dagen in de week op verschillende plekken. De IJzeren Vrouw is er één van. Hier ligt ook een auto op de bodem waar we mee oefenen.”
De duikers hebben hun pakken aan en luisteren naar de opdracht die ze krijgen van duikploegleider i.o. John de Graaf: op het voertuig onder water met een buizentang een vierkant vouwen van een koperen buis. “Oké? Dan maak je verder klaar om het water in te gaan,” zegt de duikploegleider i.o.
Het duurt wel even voordat alles in orde is. De ademluchtflessen worden op de rug gehangen en de ademautomaat gecontroleerd; de veiligheidskabels en de gele communicatielijn worden getest; de zwarte handschoenen en de gele zwemvliezen worden aangedaan tot als sluitstuk het duikmasker op het hoofd van de 1e duiker wordt vastgezet en alles gecontroleerd is door de duikploegleider.
Als de 1e duiker het water in gaat zit de 2e duiker standby op een stoeltje langs de kant. “Je bent altijd met z’n tweeën,” licht Stefan Rovers toe, “veiligheid voor alles! Je moet voorbereid zijn op dat er iets kan gebeuren met de duiker daar beneden dat niet goed is, dan moet binnen de minuut de 2e duiker kunnen helpen. Dit soort oefeningen doen we het hele jaar door om de kwaliteit van de duikers te waarborgen.” Ik kijk daarvan op. “Het hele jaar door? Ook als er ijs ligt?” “Juist als er ijs ligt!” zegt Rovers, “alleen als die gele borden met de waarschuwing voor blauw alg geplaatst worden, dan stoppen we hier met oefenen. Maar dan zijn er nog genoeg andere waterplekken waar we kunnen oefenen.”
Als wij afscheid moeten nemen borrelen de luchtbellen van de duiker beneden in het water omhoog.
Op gepaste afstand kijken twee zwanen met vijf jongen toe. Duiken, dat doe je zó, jongens!
P.s.: Instructeur Rovers meldt nog dat de oefening geslaagd is en de duikploegleider weer een stapje dichter bij de afronding van zijn inwerktraject is.
Toon van Rijnsoever
Foto’s: Olaf Smit