Bomen zijn in het algemeen enorm belangrijk: ze filteren het stof uit de lucht en zetten koolzuur via een chemisch proces om in het voor alle levende wezens zo belangrijke zuurstof. Zonder zuurstof geen leven. Bomen worden daarnaast aangeplant vanwege hun schoonheid.
In onze wijk komen op nog geen vierkante kilometer meer dan twintig verschillende boomsoorten voor, soms alleenstaand, soms een hele straatlengte. Denk bijvoorbeeld aan de paardenkastanjes aan de Van der Weeghensingel.
Bomen bieden nestgelegenheid aan diverse vogelsoorten en ook veel andere organismen zijn van bomen afhankelijk. Hiermee is dus ook in de stad de biodiversiteit gediend.
Als binnenkort, in het voorjaar, de bomen weer in het blad komen, is het goed mogelijk ze aan dat blad te herkennen. We onderscheiden gezaagd, gegolfd, gekarteld, ingesneden en lobvormig blad. Daarnaast is de kleur nog van belang. In het Prins Hendrik-park staan nogal wat abelen, een populiersoort met een mooie zilverachtige kleur aan de onderzijde. Het lancetvormig blad van de waterwilg is zeer fijn getand. Het blad van de berk is wat duidelijker getand en bovendien ruitvormig. Blad van de Europese eiken is gelobd, dat van de Amerikaanse eik is juist diep ingesneden en puntig.
Aan de hand van tabellen in bomenboeken kunnen we bomen op deze kenmerken op naam brengen. Door ook goed te kijken naar de gehele boom, de vorm (in jargon: de habitus), leren we de verschillende bomen nog beter kennen. Het jaar rond hebben we ook nog bloesems en vruchten als extra aanwijzingen.
In het kader van 100 jaar Muntel organiseer ik samen met enkele buurtbewoners een bomenroute door onze wijk, waarbij vooral aandacht zal zijn voor bijzondere bomen en voor de herkenning van elke boomsoort. Zodoende kan iedereen hopelijk nog meer genieten van de bomenpracht. Natuurlijk verdienen niet alleen monumentale bomen onze aandacht want eigenlijk is elke boom bijzonder.
Bob Cremers