In 2001 vond een grote groep Muntelaren dat de wijk speciale aandacht en onderzoek verdiende – onder redactie van dr. Theo Hoogbergen gaf de Stichting De Boschboom, in samenwerking met Heinen Uitgevers en Stichting ABC, een prachtig boek uit: De Muntel, ‘Een nieuw Land van Belofte’. Het was een bundel artikelen, columns, biografieën, beschrijvingen van gebouwen, verslagen van onderzoek en foto’s. En nog was De Muntel niet volledig beschreven, want twee jaar later volgde een tweede deel, onder redactie van Dr. Frans van Gaal: De Muntel II, ‘Toen de straat nog je wereld was…’. De boeken waren al snel uitverkocht, maar ze zijn gelukkig nog in te zien in bibliotheek en stadsarchief, en bij heel veel Muntelaren thuis.
Ik blader nog eens in deel I om iets over het begin te lezen.
'In 1899 leefde zo’n 17% van de Bossche bevolking in éénkamerwoningen. De volksbuurten waren stapelplaatsen van mest en vuil. Het sterftecijfer lag hier 1/4 tot 1/3 hoger dan elders in de stad. De kindersterfte was navenant. […] Er was bouwgrond nodig en die bleek binnen de oude stad nauwelijks meer voorhanden. Uitwijken naar terreinen buiten de stad, die eerst enkele meters opgehoogd moesten worden, was de enige oplossing. '(pg. 14.)
Er volgden jaren van plannenmakerij. De meeste plannen, groot en klein, verdwenen geruisloos in de prullenbak. Begin 1915 kwamen er twee voorstellen ter tafel voor De Muntel. 'Gezien de kosten van het bouwrijp maken van de terreinen besloot de gemeenteraad de variant met grote kavels en weinig groen uit te voeren. […] Tot uitvoering van dit plan kwam het echter niet door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.' (pg. 17.) Het plan moest drastisch worden ingeperkt, en opeenvolgende directeuren van Gemeentewerken bleven eraan sleutelen.
'Eind 1917 was de onteigening van de diverse terreinen afgerond en kon de gemeente beginnen met het opspuiten van de toekomstige bouwgronden. Het benodigde zand werd in de directe omgeving gewonnen. De plas die hierdoor ontstond zou later IJzeren Vrouw gaan heten.' (pg. 20.)
'In de periode 1920-1925 zijn voornamelijk woningbouwverenigingen in de Muntel actief.'(pg.21.) Ieder bouwde voor de eigen leden: Eigen Bezit, Monseigneur Prinsen en Sint Joseph voor groepen katholieken, Ons Belang Den Bosch voor PTT-personeel, Ons Belang Amersfoort voor onderofficieren, Patrimonium voor protestanten, Beter Wonen voor socialisten, enzovoort.'Zo kreeg de wijk het typische karakter dat zij nu nog heeft: forse, op zichzelf staande besloten bouwblokken met een of meer poortgebouwen om de achterliggende binnenterreinen te bereiken. De Staatsspoorwegen bouwden er de eerste huizen: acht woningen aan de Citadellaan.'
Anja van Kleef